Welke gevolgen heeft kansarmoede voor leerlingen in je klas?

Ongelijke start

De gezondheid van het kind, de opleiding van zijn ouders, de pedagogische en financiële draagkracht van het gezin, de structuur thuis ... zorgen voor een ongelijke startpositie voor kansarme leerlingen op school. Samen huiswerk maken, overleggen met de school, je bezighouden met de kinderen ... zijn zaken die voor gezinnen in de middenklasse normaal lijken, maar die mensen in kansarmoede vaak nooit ervaren hebben. 

Doordat er in kansarme gezinnen vaak meer zorgen zijn, worden leerlingen thuis minder goed begeleid, krijgen ze minder bevestiging en minder stimulansen. Op hulp voor hun schoolwerk kunnen ze vaak thuis niet of minder rekenen, de ouders hebben andere zorgen en kunnen vaak ook niet helpen, omdat ze zelf niet geschoold zijn of de taal niet spreken. De thuiscultuur beïnvloedt de slaagkansen en prestaties van leerlingen. Leerlingen die in kansarmoede leven moeten veel harder hun best doen om hetzelfde te bereiken als leerlingen uit een middenklasse gezin. 

Niet begrepen worden

De kloof tussen de leefwereld van mensen die in kansarmoede leven en die van de school is vaak groot en daardoor begrijpen ze elkaar niet altijd. Mensen in armoede hebben vaak al veel meegemaakt en dat bepaalt hun leven, denken en kunnen. Ze kijken anders naar de buitenwereld en ontwikkelen andere vaardigheden en kennis, hun prioriteiten liggen elders. Daardoor worden kansarme leerlingen door leerkrachten vaak bestempeld als lui, agressief en onverzorgd.

Armoede tast het zelfvertrouwen aan, het maakt je onzeker. 

Kinderen uit kansarme milieus gaan vaker naar het beroepsonderwijs of het buitengewoon onderwijs. Hierdoor groeit de ongelijkheid nog meer.

Kinderen uit kansarme milieus kunnen vaak niet of moeilijk deelnemen aan schooluitstapjes en buitenschoolse activiteiten. Hun sociale leefwereld blijft daardoor veel beperkter dan die van andere leerlingen.

Leerlingen uit kansarme gezinnen dragen vaak dezelfde kleren, hebben vaak een minder goede hygiëne, gedragen zich vaak anders doordat ze zich onzeker voelen en meer stress ervaren thuis. Daardoor worden ze vaak uitgesloten door andere leerlingen.